Hier is Oswin. Working Class Heroes’ gemiddelde kandidaat. We stellen hem vijf vragen.
Hoi Oswin
‘Hoi’
Oswin, waar kom je vandaan?
‘Van de supermarkt aan de Nieuwezijds Voorburgwal. Broodje gehaald en alvast een fles perencider voor vanavond. Ik heb een date.’
We bedoelen eigenlijk: waar liggen je roots, hoe komt het zo dat we je hier treffen. Wat is je levensverhaal?
‘O, zo. Ik ben opgegroeid in het stadje Appingedam. Mijn ouders hadden veel tijd en daarom deden ze me op schermles, zodat ze wat leuks hadden om naar te kijken. Ik werd er meteen vrij goed in en daarom ben ik na een paar jaar gestopt. Ik hou van uitdagingen, niet van dingen die makkelijk gaan. Ik ben ergens een universitaire studie gaan volgen en rond mijn 24ste ontmoette ik Erik Bell tijdens het paardenrennen in het Hippodrome de Longchamp in Parijs. We raakten aan de praat over antieke zippo’s, waarop Erik trouwens echt een autoriteit op blijkt te zijn. Twee weken later had ik een baan als Mobile Developer bij het bedrijf waar we nu zijn.
Ja, we zitten hier op jouw werkplek inderdaad. Vertel eens hoe het er hier aan toe gaat.
‘In de ochtenden werk ik altijd samen met Anne, hier naast mij, aan apps voor onze wat grotere klanten. ’s middags lunchen we met z’n allen of juist niet, en daarna bouw ik aan een game die we medio volgend jaar uit willen brengen. Iets met je camera, GPS-locatie en natuurlijk aliens. Meer zeg ik er nog niet over.
Verder vinden we het hier leuk om met elkaar de zon onder te zien gaan na een dag hard werken, maar dat kan niet want we kijken uit over een pleintje. Daarom gaan we soms nog even het dak op. Trouwens, vaak is het ’s avonds doorwerken hoor! Ik doe dit omdat ik er veel geld mee verdien. Mocht dat niet zo zijn, zou ik het ook doen want het is te gek.’
Kijk je wel eens Formule 1?
‘Nee.’
Mogen we je over vijf jaar nog eens interviewen?
‘Jazeker, ik zal dan vast veel ter vertellen hebben over nieuwe apps en games die we dan ontwikkeld hebben en wie weet waarover nog meer. Ik ben van plan nog een paar cursussen te gaan doen, gewoon voor m’n eigen interesse: Japanse taal en cultuur, striptekenen en Engels koken.’